Je wrijft gemengd brood of lekker zwart brood fijn (reken op een flinke handvol per persoon).
Neem vier handvol brood, een handvol broodkruimels en bak dit lekker goudbruin in reuzel; gebruik niet te veel reuzel, zodat de soep niet te vet wordt.
Als het brood geroosterd is, voeg je suiker, gemalen kaneel en geraspte citroenschil toe, goed door elkaar gemengd, doe je het in de kom waarin je de soep serveert, druk je het warm in het midden van de kom goed aan en vorm je er een berg van.
Voor de soepbouillon neem je twee delen wijn en één deel water, zet je dit met een stukje suiker, gemalen kaneel, enkele gemalen kruidnagels en gesneden citroenschil op het vuur en laat je het een kwartier koken.
Bij het serveren klop je een paar eidooiers los, meng je ze met de bouillon en giet je dit langzaam over de berg in de schaal.
Giet een paar lepels voorzichtig over de berg, zodat deze niet instort.
Voordat je de soep op tafel zet, steek je een mooi takje groen op de top van de berg en nog een paar iets lager; dit geeft de soep een mooi uiterlijk.
In plaats van eidooiers kun je ook in boter geroosterde bloem nemen, deze door de wijn roeren en mee laten koken.
Op deze manier zal de soep heel lekker smaken.
___________________________________________________________________________________________________________