De bloemkool wordt schoongemaakt, in kleine stukjes gesneden en in gezouten water geblancheerd; vervolgens wordt goede kippen- of vleesbouillon in een stoofpan op kolen gezet.
Kippen- en duivenlevertjes en -maagjes, ontvelde, in water gekookte, in plakjes gesneden kalfszwezerik, en ook goed gewassen en in zout water geblancheerde morieljes worden hierin gekookt.
Bij deze soep worden gebakken of ongebakken vleesballetjes of boterballetjes geserveerd.
Alles wordt gekookt in de vleesbouillon met een beetje foelie; bij het opdienen worden eidooiers, afhankelijk van de hoeveelheid soep, goed geklopt, twee eetlepels zoete room erdoor geroerd en over enkele licht geroosterde schijfjes brood geserveerd.
Je kunt ook alleen schijfjes brood bij deze soep eten zonder ze te roosteren; vergeet niet voldoende zout toe te voegen.
De kip of de kapoen1) wordt mooi opgesneden in het midden van de soepkom gelegd, de borst wordt met bloemkoolroosjes, gehakte morieljes en hardgekookte en geraspte eieren geel gekleurd, en het dier krijgt een vers groen takje peterselie of selderij in de snavel; dit geeft de soep een bijzonder mooi uiterlijk.
___________________________________________________________________________________________________________
Voetnoten
1) Kapoenen zij tegenwoordig bijna niet meer te krijgen omdat het kapoeneren in Nederland per wet verboden is. Als je nu nog een Kapoen kunt kopen zij deze geïmporteerd. Als vervanging wordt er vaak kalkoen gebruikt.