Neem jonge kippen en duiven, zoveel als nodig is voor de soep, maak ze schoon en was ze, snijd een kip in zes stukken en een duif in vier stukken (voor zes personen rekent u twee kleine kippen en twee duiven), zet ze met een lichte vleesbouillon op het vuur, evenals de magen en levers, en voeg, afhankelijk van het seizoen, de volgende ingrediënten toe: asperges, sla, artisjokbodems, bloemkool, selderij, truffels en morieljes, champignons, jonge savooiekool in vier stukken gesneden.
Alles wordt eerst in gezouten water geblancheerd en dan pas in de bouillon gedaan. Vervolgens worden de rivierkreeften gekookt, de staarten en scharen verwijderd (zoals beschreven bij de kreeftensoep), de vellen samen met de overige geplette kreeften geroosterd, een beetje foelie aan de kippen toegevoegd, alles in de juiste volgorde in de schaal gelegd, vier eidooiers door de soepbouillon geroerd, over het gevogelte gegoten en op tafel gezet.
___________________________________________________________________________________________________________