Twee handenvol rozenbottels en voor twee pfennig brood worden toegevoegd aan een half Maß (0,5345 l) witbier of gewoon water; als ze goed zacht zijn, worden ze met evenveel wijn door een haarzeef of een fijne zeef geperst; daarna voegt men suiker, gemalen kaneel en fijngesneden citroenschil toe, zet het geheel weer op de kolen, laat de soep nog een kwartier koken en serveert deze over in blokjes gesneden, in reuzel licht geroosterd schijfje brood of, naar smaak, over licht geroosterd schijfje brood, als men voor het laatste kiest; dan wordt er een stukje boter meegekookt, anders blijft de soep ruw.
___________________________________________________________________________________________________________