Als de erwten niet worden gekookt, neemt men voor vier personen een Maß (1,069 g) erwten, zet deze op het vuur, zoals beschreven in de erwtensoep. Als de erwten een uur gekookt hebben, kan men het vlees er meteen bij doen, of het nu gedroogd of vers varkensvlees is. Als de velletjes loskomen, worden ze met een schuimspaan verwijderd; als de bouillon voldoende is ingekookt en de erwten zacht zijn, worden ze geroerd en gezouten, nog een half uur gekookt met wortelgroenten of uien en zonder brood opgediend. Op vastendagen laat men het vlees weg, kookt men de erwten met boter, zout men ze sterker, wrijft men er nootmuskaat doorheen en serveert men de soep over gebakken sneetjes brood.
___________________________________________________________________________________________________________
Opmerking:
Vroeger werden voor het afmeten van graangewassen vaak maatbekers gebruikt die eigenlijk bedoeld waren voor vloeistoffen. Ook tegenwoordig worden maatbekers nog vaak voorzien van schalen voor droge stoffen of graangewassen, zoals te zien is op de afbeelding hieronder.
