De kastanjes1) worden heel zacht gebakken, de schillen en vliezen worden verwijderd, ze worden fijngestampt in een vijzel, vervolgens naar smaak gemengd met room of wijn, op kolen geplaatst, op smaak gebracht met suiker en kaneel, geserveerd met wijn over geroosterd brood – maar met room mag het brood niet geroosterd worden.
De kastanjes1) worden op de volgende manier gebakken: doe zout in een braadpan of gewoon in een aardewerken schaal, leg er zoveel kastanjes1) op als je nodig hebt, bedek ze weer met zout, zet de schaal op een kolenpan, dek hem af met een deksel of een passende deksel, zodat ze snel zacht worden. Het zout blijft onbedorven.
___________________________________________________________________________________________________________
Voetnoten
1) Met kastanjes zijn hier de tamme kastanjes bedoeld.