Snijd de bladeren van de stronk, schraap ze schoon, verwijder het gele en onzuivere gedeelte en was de kool twee of drie keer in vers water, laat hem uitlekken en zet hem met kokend water op het vuur, voeg tegelijkertijd zout toe en laat hem koken tot hij zacht is.
Giet de kool vervolgens in een vergiet om het water eruit te laten lopen, giet er koud water overheen en druk de kool met schone handen goed uit, hak of snijd de kool, maar niet te fijn. Verhit een stuk boter of ganzen- of rundervet in een stoofpan, voeg twee of drie eetlepels bloem toe nadat je kool hebt, worden in het reuzel goed goudbruin gebakken, giet je er dan kokende vleesbouillon bij, zoveel als nodig is, voeg een paar mespuntjes peper en een beetje geraspte nootmuskaat toe en laat het nog een half uur samen koken. Op vastendagen wordt de kool met water gekookt, maar dan voeg je meer boter toe. Rode kool heeft meer vet nodig dan andere groenten.
___________________________________________________________________________________________________________