Schraap het zwarte van de schorseneren, snijd ze in de lengte door, roer er een lepel bloem met lauw water doorheen, voeg een eetlepel wijnazijn toe en leg de wortels erin, zodat ze mooi wit blijven. Was ze vervolgens en zet ze met koude vleesbouillon op het vuur. Als ze zacht zijn, rooster je fijne bloem in boter tot deze helemaal wit is, roer je de bloem door de bouillon, voeg je een beetje foelie toe en laat je het samen met de wortels nog een half uur koken. Naar wens kunt u de wortels ook met water op het vuur zetten; dan moeten de wortels worden gezouten en als ze zacht zijn, moet het water worden afgegoten. Vervolgens wordt de met boter gebrande bloem met vleesbouillon gemengd en worden de wortels nog een half uur daarin gekookt.
Jonge kippen, duiven of kalfsvlees worden eerst half gaar gekookt en vervolgens samen met de wortels helemaal gaar gekookt. Haverwortels worden op dezelfde manier gekookt.
__________________________________________________________________________________________________________