Er worden ongeveer tien tot twaalf aardappels geschild en in stukjes gesneden, vervolgens gewassen en met kokend water overgoten; als het water lauw is, giet men het af en giet er kokende vleesbouillon overheen, maar niet te veel. Als de aardappels zacht zijn, worden ze helemaal gepureerd en met vleesbouillon gemengd tot een dikke moes; als er te weinig zout in zit, wordt er eerst zout toegevoegd, vervolgens wordt het opgediend en bestrooid met geroosterd paneermeel of uien. Met melk wordt op dezelfde manier een moes gekookt en bestrooid met geroosterde uien.
__________________________________________________________________________________________________________