De asperges worden zoals gewoonlijk gekookt; ze worden netjes op de schaal gelegd waarop ze worden geserveerd, er wordt een lepel vleesbouillon overheen gegoten en ze worden afgedekt op de kolenpan warm gehouden. Neem vervolgens zes Loth (105,2415 g) boter, laat deze smelten op de kolen in een messingenen pannetje of in een stoofpan, roer er een paar eetlepels fijne bloem doorheen, die echter helemaal wit moet blijven; dan roert men deze bloem met vleesbouillon glad, drukt het sap van een citroen erin, voegt gemalen foelie toe en laat de saus op kolen koken. Bij het serveren worden de eidooiers eruit gehaald en over de asperges geserveerd. De saus moet dik zijn en mag niet over het wit heen komen; alleen de kopjes worden ermee overgoten. Als bijgerecht worden goudbruine sneetjes brood, gebakken kalfszwezerik of kreeftworstjes geserveerd.
__________________________________________________________________________________________________________