Neem acht Loth (140,322 g) in een kom, roer het met twee eetlepels dikke biergist en een glas lauwwarme zoete room of melk, ongeveer zoals een spätzledeeg, en zet het in de warmte. Als het deeg gerezen is, voeg je 24 Loth (420,966 g) bloem, een kwart Pfund (140,322 g) gesmolten boter en drie eieren, die in lauw water moeten worden verwarmd, samen met de juiste hoeveelheid zout toe aan het deeg en kneed het met een roerlepel, of nog beter met de hand, tot het loskomt van de kom.
Vervolgens wordt het op een warme plaats gezet, zodat het kan rijzen; als het voldoende gerezen is, worden er twee deegballen van gevormd, één voor de bodem van de pastei en één voor het deksel. De bakplaat wordt met bloem bestrooid, de pastei wordt rond of ovaal gevormd en net als bij het bladerdeeg met papier of een doek gevuld. Het deksel hoeft niet strak te worden aangespannen, omdat het dan gemakkelijk scheurt; vervolgens wordt de pastei bestreken met een geklopt ei en mooi goudbruin gebakken. Als hij uit de oven komt, wordt het deksel afgesneden, de doek of het papier verwijderd en gevuld met het daarvoor bereide vlees of gevogelte of ragout en op tafel gezet.
__________________________________________________________________________________________________________