Voor een grote kreeftenpastei neemt men een Pfund (561,288 g) fijne bloem, voegt er zout aan toe en mengt dit met twee hele eieren en zure room, zoals voor een gewoon boterdeeg, rolt het uit en snijdt een half Pfund (280,644 g) kreeftenboter, die echter stevig moet zijn, in het deeg, slaat het vijf tot zes keer over elkaar en laat het rusten totdat de vulling klaar is. Men wrijft de buitenste korst van twee Kreuzerweck af, snijdt de kruimels klein, kookt ze met een Schoppen (0,267 l) kokende melk en dekt het broodje af. Ondertussen worden vier Loth (70,161 g) kreeftenboter met vier eieren gemengd, vervolgens worden het geweekte Kreuzerweck, het bijbehorende zout en gemalen foelie toegevoegd. Nu wordt het boterdeeg uitgerold en de pastei gevormd; op de bodem komt eerst de vulling, dan de kreeftenragout, die op deze manier moet worden bereid:
Van de kreeften, waarvan de kreeftenboter wordt gemaakt, worden de staarten en scharen verwijderd en afgesneden; ook twee gekookte kalfszwezerikjes, een handvol van zand gereinigde en geblancheerde morieljes, en als het aspergeseizoen is, worden deze, voor zover ze zacht zijn, in de vorm van erwten gesneden en in zout water gekookt. Al deze gesneden ingrediënten worden in boter gestoofd; als de ragout weer koud is, wordt deze op de vulling gelegd en weer met vulling bedekt. Vervolgens wordt het deksel op de pastei gelegd en deze mooi versierd met gesneden bloemen of bladeren van boterdeeg, bestreken met geklopt ei en mooi gebakken.
___________________________________________________________________________________________________________