De kastanjes1) worden heel zacht gebakken, de schillen en vliezen worden verwijderd, ze worden fijngestampt in een vijzel, vervolgens naar smaak gemengd met room of wijn, op kolen geplaatst, op smaak gebracht met suiker en kaneel, geserveerd met wijn over geroosterd brood – maar met room mag het brood niet geroosterd worden. De kastanjes1) worden op de volgende manier gebakken: doe zout in een braadpan of gewoon in een aardewerken schaal, leg er zoveel kastanjes1) op als je nodig hebt, bedek ze weer met zout, zet de schaal op een kolenpan, dek hem af met een deksel of een passende…
-
-
Kook de kweeperen in een mengsel van half wijn en half water, druk ze door een zeef of vergiet, zet ze weer op het vuur, giet er nog een glas wijn bij, voeg een stukje verse boter, een stukje suiker en gemalen kaneel toe, laat het geheel nog een kwartier koken, roer de bouillon met een paar eidooiers en serveer het over in blokjes gesneden witbrood. ___________________________________________________________________________________________________________
-
Als de pitten uit de Kwets zijn verwijderd, laat je ze in gelijke delen wijn en water met een stukje hele kaneel koken, pureert ze, laat het gepureerde mengsel met gesneden citroenschillen en wat suiker opnieuw koken en serveert het over licht geroosterd witbrood. Met gedroogde Kwets kan de soep op dezelfde manier worden bereid. ___________________________________________________________________________________________________________
-
Schil vier Borsdorfer-appels of twee grote bakappels, snijd ze in kleine stukjes, doe ze met een Schoppen (0,267 l) wijn, evenveel water en een stukje hele kaneel op het vuur; laat het geheel koken tot de appels helemaal zacht zijn, pureer het door een zeef, rasp wat citroenschil met suiker, voeg dit toe aan het gepureerde mengsel, laat het nogmaals koken, roer er twee eidooiers doorheen en serveer het over in reuzel geroosterd witbrood. Met peren kan de soep op dezelfde manier worden gemaakt; alleen moet je peren nemen die gemakkelijk te pureren zijn. ___________________________________________________________________________________________________________
-
Men stampt verse of gedroogde zure kersen met pitten in een vijzel, doet het gestampte mengsel in een stoofpan, roert het met half wijn, half water en laat het goed koken. Vervolgens worden de zure kersen door een zeef geroerd of geperst, weer op kolen gezet, suiker, fijngesneden citroenschil, gemalen kaneel en enkele kruidnagels toegevoegd, nog een kwartier gekookt, in blokjes gesneden en in reuzel geroosterd brood geserveerd. In deze soep kunt u ook rijst- of amandelballetjes doen, of beschuit of Ulmerbrot.1) De balletjes worden dan in de kersensaus gekookt, maar het beschuit of Ulmerbrot1) wordt met de kersensaus overgoten…
-
Neem het eigeel van drie verse eieren, klop het goed door, voeg wat met suiker geraspte citroenschil en het sap van een citroen toe, roer het nogmaals goed door, giet er twee lepels zwarte kersenbrandewijn en evenveel oranjebloesemwater bij, doet het in een messingenen pannetje boven het vuur, laat het onder voortdurend roeren koken tot het een beetje dik wordt. De soep wordt zonder brood geserveerd; als de ziekte het toelaat, worden er ook twee eetlepels wijn bij gedaan. ___________________________________________________________________________________________________________
-
Wrijf de schil van een verse citroen over suiker, pers het sap uit in een messingenen pannetje, verwijder de pitjes, giet er een glas wijn en evenveel water bij en laat het koken. Klop drie eidooiers met een lepel oranjebloesemwater goed door elkaar, meng dit met de soepbouillon en giet het over in blokjes gesneden melkbrood. Als het niet zoet genoeg is door de citroensuiker, voeg dan nog wat suiker toe aan de soep. ___________________________________________________________________________________________________________
-
Deze soep wordt op dezelfde manier bereid als de rozenbottelsoep, geserveerd op geroosterd of licht geroosterd brood en op een kolenpan geplaatst. Maar voordat de soep wordt geserveerd, worden de eiwitten van drie eieren tot een stevig schuim geklopt, dit wordt gemengd met suiker en op suiker geraspte citroenschil, vervolgens worden met een lepel hoopjes, als kleine knoedels, op de soep gelegd en nog een beetje met suiker bestrooid. Als de soep begint te koken, wordt er een gloeiende schep boven de balletjes gehouden, zodat ze kleur krijgen en gaar worden. Op deze manier kan men ook zure kersensoep en…
-
Twee handenvol rozenbottels en voor twee pfennig brood worden toegevoegd aan een half Maß (0,5345 l) witbier of gewoon water; als ze goed zacht zijn, worden ze met evenveel wijn door een haarzeef of een fijne zeef geperst; daarna voegt men suiker, gemalen kaneel en fijngesneden citroenschil toe, zet het geheel weer op de kolen, laat de soep nog een kwartier koken en serveert deze over in blokjes gesneden, in reuzel licht geroosterd schijfje brood of, naar smaak, over licht geroosterd schijfje brood, als men voor het laatste kiest; dan wordt er een stukje boter meegekookt, anders blijft de soep…
-
Kook zes tot acht grote aardperen1), maar niet te zacht; als ze koud zijn, worden ze geraspt, of als de aardperen1) gekookt zijn, geschild en zo heet met de deegroller gepureerd. In een stoofpan wordt een stukje boter heet gemaakt, de gepureerde aardperen1) worden samen met een handvol griesmeel in de boter gestoomd, ook in kleine blokjes gesneden selderijwortels worden meegestoomd, een Maß (1,069 l) kokende vleesbouillon, of bij gebrek daaraan kokend gezouten water, wordt erbij gegoten; laat de soep vervolgens nog een half uur koken en serveer hem over in blokjes gesneden brood; zonder brood neemt men iets meer…