De mierikswortel wordt net als voor de vleesbouillon schoon geschraapt en zoveel als nodig is op de rasp geraspt. Vervolgens worden, afhankelijk van de hoeveelheid mierikswortel, twee tot vier Loth (35,0805 g tot 70,161 g) gepelde amandelen geplet, met een eetlepel fijne bloem in een stoofpan met koude zoete room of melk glad geroerd en zoveel als nodig is aan kokende room toegevoegd; voeg nu een beetje boter, een stukje suiker en wat foelie toe en laat het een kwartier koken. Voordat het wordt opgediend, wordt het ook een beetje gezouten.
___________________________________________________________________________________________________________