Ook hier worden de aardappels naar believen geschild of geschraapt, vervolgens in vier partjes gesneden en in gezouten water gekookt; er moet echter op worden gelet dat ze niet te gaar worden. Tijdens het koken vormen ze een dik schuimlaagje; dit moet worden afgeschuimd. Als ze zacht zijn, worden ze in een vergiet gegoten, zodat het water eruit kan lopen. Daarna roostert men in een stoofpan met een flink stuk boter een of twee roerlepels bloem, nadat het aardappelen zijn, witgeel, voegt er fijngesneden peterselie aan toe en roert het met een soeplepel goede vleesbouillon, doet er ook een beetje gember en goede vleesbouillon bij, laat de aardappelen daarin koken, roert ze niet, maar schudt alleen de pan. Als het bij het opdienen aan zout ontbreekt, voeg je nog wat toe, maar bind de saus met twee eidooiers. De aardappelen, op deze manier gekookt, smaken bijna naar artisjokken.
__________________________________________________________________________________________________________